De karakteristieke schelpvorm van het beroemde Piazza del Campo is aan het eind van de 13e eeuw ontstaan uit het ovale Romeinse theater waar de drie heuvelruggen waarop de stad gebouwd is bij elkaar komen. Oorspronkelijk was het plein open naar de groene vallei, die op die manier tot in de kern van de stad doordrong (campo betekent veld). Met de bouw van het Palazzo Pubblico (1297-1310) kreeg het zijn huidige besloten karakter.
Door de publieke functie, de beroemde loggia aan de achterkant van het Palazzo (die uitkijkt over het open veld), en de naar verhouding extreem hoge Torre del Mangia (die ver vanuit het Toscaanse heuvellandschap zichtbaar is) gaat de stad een onmiskenbare ruimtelijke relatie aan met het buitengebied.
Het is één van de mooiste pleinen die ik ken: zo gaaf van vorm en zo organisch het zich voegt in de geologie van het heuvellandschap, met het karakteristieke bakstenen plaveisel, dat met 9 segmenten het Siënese bestuur van de 9 gilden symboliseert.
Boven: Siena, Piazza del Campo (foto internet)
Midden en onder: Loggia van het Palazzo Publico en het uitzicht over de vallei
Het weerzien van het plein maakt me om twee redenen een beetje mistroostig: aan de ene kant is het alsof ik er gisteren was, zo vertrouwd het me in dertig afwezige jaren is gebleven; aan de andere kant staat de toeristen-massificatie me meer tegen dan wenselijk om er volop van te kunnen genieten. Het plein dat ik me had toegeëigend is van de hele wereld! Dat besef verleidt me om me vanaf de Fonte Gaia bovenaan het plein, op de fiets naar de fraaiste regenput ter wereld onderaan te laten zakken. Het voelt als een soort heiligschennis, maar ook als een overwinning. Ik heb het plein teruggepakt.
Boven: Siena, overzicht Piazza del Campo (2) Midden: Siena, Fonte Gaia
Onder: Siena, ‘Fraaiste’ regenput aan de voet van het Palazzo Publico
Het andere beroemde plein dat ik wel zo boeiend vind, is het Piazza del Duomo. Niet vanwege de dom, die een schitterend voorbeeld van Italiaanse gotiek is met de groen-wit gestreepte incrustatie en rijk-gedecoreerde voorgevel (Giovanni Pesano), met de onderkerk en de majestueuze Campanile die lijkt vrij te staan maar wel degelijk is opgenomen in het gestreepte basement; het is vooral de ontstaansgeschiedenis van het plein die me intrigeert.
De huidige basiliek, die al flinke afmetingen heeft, zou het transept worden van een nieuwe kathedraal, die Florence en Rome moest overtreffen. Slechts de zijbeuken en de hoge oostgevel zijn gedeeltelijk gerealiseerd en vormen nu de pleinwanden van het Piazza Jacopo della Quercia.
Boven: Piazza Jacopo della Quercia, de gedeeltelijk gerealiseerde zijbeuk en de oostgevel van een nieuw te bouwen kathedraal
Midden: Detail van de Dom met de Campanile
Onder: Ospedale Santa Maria della Scala, waar veel toeristen met de rug naar toe staan om de Dom te fotograferen
De dom is een spectaculair gebouw, waaraan men in 1210 begonnen is te bouwen in een romaanse stijl met rondbogen. Emo moet dat dus hebben meegemaakt, maar pas in 1284 begon Giovanni Pisano aan de voorgevel, de eerste in Italië in een gotische stijl. In de tweede helft van de 14e eeuw werd de kerk drastisch naar achteren uitgebreid, waarvoor vanwege het grote hoogteverschil in het terrein, de bouw van een onderkerk nodig was.
In 1934 maakte het Groninger Ploeglid Johan Dijkstra een studie van de Dom.
Boven: Siena, Duomo Santa Maria Assunta |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten