woensdag 29 mei 2019

Dag 24, 25, 26 ROME


Afbeelding van Rome in Emo’s tijd


Vanaf de camping Village Flamino fiets ik zonder bepakking over de Via Flaminia en door de Porta del Popolo de stad in en met dat historisch bewustzijn over de Via del Corso naar het antieke Rome.

Op 19 februari 1212 staken Emo en Hindrik via de oude Ponte Milvio* te paard de Tiber over en reden over Via Flaminia door de Porta Flaminia Rome binnen. De Porta Flaminia werd in 1561 vervangen door de huidige Porta del Popolo, die toegang geeft tot het Piazza de Popolo (1822), met de twee nagenoeg identieke kerken die als wachters aan weerszijden de toegang tot de Via del Corso markeren, die in één rechte lijn van ruim anderhalve km naar het Piazza Venezia en stuit daar op het potsierlijke Monumento a Vittorio Emanuele II.



De oude Ponte Milvio over de Tiber on Z richting


)* Bij deze brug vond in 312 na C. de beroemde Slag bij de Milvische brug plaats tussen Constantijn de Grote en Maxentius, die door Constantijn werd gewonnen, en het begin van van de middeleeuwen zou markeren. De houten brug werd in 1450 door de huidige stenen vervangen.


Boven: Piazza de Popolo, S. Maria dei Miracoli en S. Maria in Montesanto (1675-1681)
Onder: Piazza Venezia, Nationaal Monument Vittorio Emanuelle II

Wat verscholen maar bereikbaar via de monumentale trap Cordonata, ligt achter het monument het Piazza del Campidoglio dat in 1536 door Michelangelo is ontworpen. Aanvankelijk had het plein op de Capitolijn (de laagste van de zeven heuvels waarop het oude Rome gebouwd is) een open zijde naar het Forum Romana, maar in het ontwerp van Michelangelo werd het plein beslotener en is er met die beroemde trap een open verbinding met de middeleeuwse stad tot stand gebracht.

Voor mij is dit prachtige ovale plein het centrum van Rome, de schakel tussen de antieke en de moderne wereld. Het eindpunt van mijn reis. Voor Emo was zijn reisdoel een ontmoeting met de paus.



Boven: Piazza del Campidoglio

Onder: Cordonata (naar ontwerp van Michelangelo, 1536)


Hij en Hinrik verbleven in Rome van 20 januari tot 10 maart 1212. Waarom dat ongewenst lange verblijf noodzakelijk was, staat fascinerend beschreven in de “historische thriller” Emo’s Labyrint van Ynskje Penning, en is uitgebreid gedocumenteerd in Emo’s Reis van Dick E.H. de Boer. Tegenslagen, bureaucratie en politieke verwikkelingen nopen Emo en Hinrik zo lang in Rome te blijven. Uiteindelijk krijgen ze voor elkaar waarvoor ze gekomen waren en lukt het hen om de taak die ze op zich genomen hadden - om de Rijksappel bij de Tempeliers af te leveren - te volbrengen.


Emo en Hinrik hadden in de vertrouwde omgeving van de Friezenkerk vlak bij de oude Sint Pietersbasiliek onderdak gevonden. Om door te dringen tot de paus moesten zij dagelijks de Tiber over naar het paleis van Lateranen aan de andere kant van de stad, waar de paus met zijn uitgebreide bestuursapparaat - de Curia - zetelde.

Het huidige enorme complex, met het Laterane Paleis in renaissance stijl en de barokke basiliek van de Sint-Jan van Lateranen, dateren respectievelijk uit 1586 en 1650. Het oude Lateranen Paleis, waar Emo zich moest vervoegen om paus Innocentius III te spreken te krijgen, dateerde al uit de Romeinse tijd en brandde in 1308 af. Om die reden moesten de pausen, nadat ze in 1377 uit Avignon terugkeerden in Rome in het Vaticaan resideren en wonen.




Boven: Laterane Paleis en de basiliek Sint-Jan van Laterane

Onder: Apsis van de  Sint-Jan van Lateranen (foto’s internet)


De Friezenkerk, die dateert van 1141 en op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat, is in de 16e eeuw door zijn hogere ligging gespaard gebleven van de sloop ten behoeve van de bouw van de Sint-Pieter en het Piazza San Pietro.

De door Bramante, Michelangelo en Bernini ontworpen Basilica di San Pietro met het Piazza San Pietro, verving de oude basiliek uit Emo’s tijd.



Boven: De Friezenkerk met op de achtergrond de Colonnade en daarachter de koepel van de Sint-Pieter | ontwerp Michelangelo (1547)
Onder: Colonnade di Piazza San Pietro



Meer dan in de andere interessante steden op mijn reis word ik overvallen door de grote hoeveelheid bezienswaardigheden. En in Rome door de cultuurhistorische hoogtepunten die ik niet kan gaan zien. Gelukkig is dit niet de eerste keer dat ik in Rome ben.

Ik heb wel op de fiets vrijwel de hele oude stad kunnen doorkruisen, en naast de highlights (Piazza Novana, het Pantheon, het Colosseum, het Forum Romanum, ..) kwam ik in buurten en op pleinen waar ik anders niet zo gauw was gekomen en waar het minder druk is. Zo heb ik bij het Campo di Fiori (volgens één van mijn volgers) de lekkerste Tiramisu van Rome gegeten. Voor zover ik kan beoordelen had hij gelijk! 


Hoe belangwekkend Rome  uit cultuurhistorisch oogpunt is door de vele monumenten uit de oudheid en latere eeuwen, eigentijdse architectuur is er nauwelijks te vinden. Als er al iets moderns wordt gebouwd, is de stad meteen in rep roer, zoals bij het Museo dell’Ara Pacis van Richard Meier, dat tegenover het Mausoleum van Augustus en het barokke Chiasa San Rocco all’Augusteo is gebouwd. En het is niet eens modernistisch of futuristisch, eerder ‘modern klassiek’.

Meier ontwierp ook de Chiesa di Dio Padre Misericordioso, waar eveneens veel om te doen is geweest. Om maar een paar voorbeelden te noemen.

Futuristisch is wel het museum voor moderne kunst MAXXI van Zaha Hadid, dat al lang op mijn lijstje stond en dat ik nu heb gezien. Een fascinerend gebouw met een spectaculair interieur. “Ronduit spectaculair en van een soort eigentijdse barok vanwege de swingende architectuur”, zoals een volger schreef.




Boven: Museo dell'Ara Pacis, Richard Meier t.o. Chiesa San Rocco all’Augusteo
Midden: Chiesa di Dio Padre Misericordioso, Richard Meier (foto internet)

Onder: Museo MAXXI, Zaha Hadid



Tot slot

Met het verhaal over mijn fietstocht naar Rome heb ik geen cultuurhistorische uiteenzetting willen maken. Evenals op mijn andere grote fietsreizen* streefde ik naar een combinatie van sportieve uitdaging en cultuurhistorische belevenis. Daarnaast ben ik geïnteresseerd in architectuur, stedelijke ontwikkelingen en landschappen.

Ik wil nog graag laten zien wat ik op mijn driedaagse fietstocht door het oude Rome buiten de Emo-gerelateerde must nog meer heb bezocht. Ik beperk me daarbij tot een paar foto’s zonder een toelichting.




Stazione di Roma Termini                                 Forum Romanum



Colosseo



Pantheon 


Om dit verhaal goed af te sluiten wil ik eenieder die mijn blog al of niet geheel gevolgd heeft bedanken. De reacties die ik onderweg kreeg gaven me het gevoel dat ik de reis niet slechts voor me zelf maakte en stimuleerden me om de soms onbarmhartige weersomstandigheden het hoofd te bieden en door te gaan! Ik ben er trots op en heb er enorm van genoten!

Hans

Rome, 24 mei 2019

Bijgewerkt: Groningen, 10 mei 2023



Voor Marja



Tim, Marja, Rosa | Hans, Piazza San Pietro en Forum Romanum 1999




vrijdag 24 mei 2019

Dag 22, 23 Siena - Bolsena - Rome

Gisteren er niet aan toe gekomen om het dagbericht van woensdag te plaatsen, daarom vandaag twee in één.

Dag 22 Siena - Bolsena (124 km)

Via de Porta Romana verlaat ik Siena, een kasteel-achtig bouwwerk met een laag portaal aan de stadkant en een hoger portaal aan de buitenkant, met een soort binnenplaats er tussenin, en volg de Via Francigena over kleine landweggetjes door het liefelijke stroomdal van de Arbia. Het Toscaanse landschap voltrekt zich zoals ik me herinner: heuvelachtig met rijen cipressen die tegen een gekleurde lucht afsteken. Een lucht die me later op de dag aardig parten zal spelen.


Ik rijd door verschillende vestingstadjes, langs burchten en mooi sobere Romaanse kerkjes, die Emo volgens Dick E.H. de Boer in “Emo’s reis” aangedaan moet hebben.






Boven: Siena, Porte Romana

Midden: Terugblik op Siena

Onder: Vesting Buonconvento


Voorbij Buonconvento [goede plek] verlaat ik de vallei en begin aan de klim naar San Quirico d’Orcia. Vanwege het afwisselende gecultiveerde landschap en de pitoresque plaatsjes staat de Val Dorcia op de Lijst Werelderfgoed van UNESCO. Een groep wandelaars met rugzakken komt me tegemoet, we maken een praatje. Als ik vertel dat ik naar Rome fiets, vertellen zij enthousiast dat ze daar vandaan zijn komen wandelen. 






Boven en Midden: Ontmoeting bij Montalcino

Onder: Toscaans landschap bij San Quirico d’Orcia


In de middag pauzeer ik om het stadje Pienza te bekijken, dat ook op de Lijst Werelderfgoed staat. Het is een beetje veel van het zelfde maar prachtig. Daarna wordt het stiller en word ik in een inmiddels uitgestorven gebied geconfronteerd met een stijle klim door een donker bos. Al een uur geen dorp of zelfs een huis in de hele omtrek te bekennen. Het rommelt in de verte en het gaat regenen. Wat zeg ik: het komt opeens met bakken uit de lucht. Met mijn neus op het stuur om m'n gezicht wat te beschermen tegen de regenstriemen, zie ik vanuit een ooghoek een gebouwtje van publieke werken, maar ik klim door. Dan totaal onverwachts een felle bliksemflits, onmiddellijk gevolgd door een knetterende donderslag die me er - vanwege de te verliezen hoogtemeters - met tegenzin toe brengt om te keren en een stukje af te dalen om te schuilen bij dat gemeentegebouwtje.




Boven: Schuilen tegen onweer

Onder: Ruïne Fortezza di Radicofani


Boven aarzel ik bij de splitsing of ik de afslag naar het kasteel Radicofani zal nemen dat nog hoger op een klif ligt, maar ik zie er in dit hondenweer van af! Ik houd links aan en blijf even achter een oude vrachtwagen hangen voor ik hem durf in te halen. Als het is opgehouden te regenen daal ik sneller af naar het dal van het riviertje Torrente Paglia, dat de grens vormt tussen Toscane en Lazio. Ik stop langs de vangrail om te zien hoe het vanmiddag gevallen regenwater als een kolkende massa naar beneden stort.




Licht dalend nu en met hoge snelheid weer in de pedalen naar Acquapendente. Emo heeft daar de nacht doorgebracht, maar ik trap met groot verzet door naar San Lorenzo Nuovo en Bolsena, waar ik wil overnachten.


Het in 1774 gestichte stadje San Lorenzo Nuovo ziet er op de satellietfoto met de geometrische plattegrond indrukwekkend uit, maar als ik er doorheen rijd is het een armtierig geheel. Des te verrassender is - als ik het stadje uitkom en afdaal, het adembenemende uitzicht over het Lago di Bolsena vanaf de rand van de oude krater.

Het oude Etruskische San Lorenzo, waar Emo volgens de kroniek heeft overnacht, lag lager aan de oever van het kratermeer, waar het regelmatig overlast had van het water en muggenplagen.






Boven: San Lorenzo Nuovo (satellietfoto internet)
Onder: Verrassend uitzicht over het Lago di Bolseno

Direct bij binnenkomst van Bolsena na deze enerverende en vermoeiende dag ben ik blij dat ik een plezierig uitziend hotel vind, dat vlakbij in een zijstraat naar het meer een comfortabel appartement voor me heeft en niet duur is. Na een douche en opknappen vervoeg ik me in het restaurant van het hotel en dompel me onder in een weldadige Italiaanse ambiance.
 


Platani Hotel, Bolsena


Dag 23  Bolsena - Rome (126 km)

Het is beter weer als ik uit Bolsena vertrek. Na een uurtje fietsen over de klassieke Via Cassia (nog steeds ook de Francigena volgend) kom ik in Montefiascone, waar ik de Basilica di San Flaviano wil bekijken, die ten tijde van Emo’s doortocht een rol speelde in het conflict tussen het Roomste Rijk en de Kerkelijke Staat. Die wilde Toscane inlijven, welke strijd in het voordeel van het Roomse Rijk werd beslecht. 

De kerk zou een kapel van een Rijksburcht geweest kunnen zijn (Emo’s reis | Dick E.H. de Boer). Het is een architectonisch juweeltje: achter de sobere vroeg-Romaanse gevel gaat een dubbelkerk schuil, die half in de berghelling is gebouwd. De latere uitbreiding is zichtbaar in de gevel als laat-Romaanse bovenbouw. In het interieur verbindt een vide de beide kerken, waardoor Romaanse en zelfs Gotische stijlkenmerken zichtbaar zijn.




Boven: Montefiascone, Basilico San Flaviano

Onder: Vide tussen boven- en onderkerk, met Romaans en Gotische stijlkenmerken



Viterbo

Viterbo was de residentie van talloze pausen. De stad heeft nog een complete ommuring met tientallen wachttorens uit de 13e eeuw en is één van de best bewaarde Middeleeuwse steden van Noord Italië. Na Rome was het de belangrijkste stad.

Ik kom de stad binnen via de Porte Fiorentina, een somber bouwsel, geflankeerd door de hoogste wachttorens van de stad. Rond het Piazzo San Lorenzo bevindt zich het centrum van het Roomse verleden èn het huidige toerisme, met het pauselijke paleis en de kathedraal.











Boven: Viterbo, geheel ommuurde stad

Midden: Viterbo, de Middeleeuwse stad met een ‘profferli’

Onder: Viterbo, Pauselijk paleis (foto internet)


Ik wil de wijk San Pellegrino bekijken, die bestaat uit een wirwar van al of niet doodlopende steegjes met karakteristieke overbouwingen tussen de huizen, maar ik raak er hopeloos de weg kwijt. Garmin stuurt me allerlei kleine weggetjes in, die niet uitomen waar ik wil zijn: het Polo Colle del Duomo met het Palazzo di Papi. Ik geraak op een soort rondweg die met enkel haarspeldbochten een ravijn induikt die San Pellegrino scheidt van de rest van het centrum. Beneden kan ik nog net hoog boven me een glimp opvangen van de domtoren met de Domkoepel.
Zonder dat ik het al van plan was verlaat ik de stad door de Porta Romana. Ik rijd dan maar door.






Boven: Viterbo, Polo Colle del Duomo (telefoto)

Onder: San Martino al Cimino, Piazza Mariano



Halverwege begin ik aan de klim naar San Martino al Cimino dat aan de rand van een vulkanisch plateau ligt. Op het vredige Piazza Mariano rust ik een tijdje met cappuccino, om bij te komen van de steile klim, die ik in het stadje op een gegeven moment lopend moest afleggen. Ik verwacht een groots panorama over het kratermeer Lago di Vigo, maar vind nergens een doorkijk. Zelfs op het hoger gelegen kerkplein kan ik niet over de bomen in de verte heenkijken. In de afdaling langs het meer word ik het ook niet gewaar, maar het afdalen zelf gaat fantastisch en dat blijft in meer of mindere mate zo tot Rome.


Querce d’Orlando betekent Eik van Roelant, verwijzend naar het beroemde Roelantslied. Na de slag in de  Pyreneeën tegen de Saracenen in 778 gewonnen te hebben, ruste Karel de Grote volgens de legende op een tocht naar Rome uit onder een eikenboom in de buurt van Sutri. Daar werd Roelant als zoon van een zuster van Karel geboren.


Sutri

Om Sutri te bekijken moet ik van de doorgaande route afwijken en de stijle klif beklimmen waarop de oude Etruskenstad is gebouwd. In de kathedraal Santa Maria Assunta is niet veel meer te zien van de schokkende wereldgebeurtenissen die zich in 11e eeuw in Sutri afspeelden: de strijd om de macht tussen het Roomse Rijk en de Roomse Kerk. De besluiten die daaromtrent in de kathedraal genomen werden (en niet in Rome!) waren de aanzet tot hervormingen in de Roomse kerk en gingen feitelijk om de vraag wie de hoogste macht op aarde is: de Keizer of de Paus.

De huidige kathedraal heeft een neo-klassieke gevel die er uitspringt in het overigens pittoreske stadje, maar is nauwelijks te vinden in de wirwar van middeleeuwse stegen en doodlopende straatjes in de borgo.




Boven: Sutri, Duome Santa Maria Assunta

Onder: Sutri, Piazza de Comune



Even buiten Sutri bevindt zich de uitgestrekte archeologische site van een Etruskische necropolis die is uitgehakt in vulkanische tufsteen, evenals het monumentale Romeinse amfitheater. Ook de Grotto d’Orlando, waar Roelant zou zijn geboren, is hier tussen de tientallen grotten en uitgehakte ruimten te vinden.

Het geeft mij een gevoel van historisch bewustzijn als ik met mijn complete uitrusting het uitgestrekte park Necropoli Romana rondfiets en me tot slot midden in het theater opstel.




Boven: Sutri, Etruskische necropolis
Onder: Sutri, Romeins theater (foto internet)


Ik blijf de Via Cassia volgen, die naarmate ik Rome nader tot voorbij Campagnano di Roma steeds drukker wordt. Twintig kilometer voor de stad beland ik in files en opstoppingen, die ik overigens voorzichtig maar glorieus omzeil. In Tomba di Nerone, een voorstadje van Rome, staat aan de Via Cassia het vermeende grafmonument van keizer Nero, dat in de 18e eeuw door Piranesi vereeuwigd is. De ets symboliseert het verval van het Romeinse Rijk.

Bij het monument sla ik op aanwijzing van mijn Garmin linksaf en verlaat Emo’s route. Over 4 km ben op mijn bestemming Camping Village Flaminio.




Tomba di Nerone, Via Cassia



Tomba di Nerone (ca 1748), Piranesi