Bij het vertrek in Marina di Carrara sputterde al, waardoor de toch al treurige leegte van een badplaats buiten het seizoen er nog troostelozer uitziet, ondanks de wuivende palm- en statige pijnbomen. Ik vind het nog wel wat hebben ook en trek mijn regenoutfit maar weer aan en maak monter nog een paar foto’s. Een moment denk ik sneeuw te zien tegen de bergen achter het dorp, maar natuurlijk: marmer! Marja en ik zijn in 2010 in Carrara geweest; in de stad lijkt alles marmer, tot en met de stoepranden!
Over de brede Via Aurelia fiets ik moederziel alleen tot Marina di PietrasantaI en volg vanaf hier landinwaarts over kleine landweggetjes weer de Via Francigena, die me weer dichter bij Emo’s reis brengen naar Lucca.
Boven: Marina di Carrara, Via Aurelia
Onder: Carrara (2010)
Lucca
In het stroomdal van de Sergio wordt het allengs drukker en als ik de rivier oversteek is het nog één rechte weg naar de Porte Sant’Anna in Lucca en fiets ik zo maar door de compleet gave vestingwerken het Romeinse grid op! Het bijzondere daaraan is dat alle straten en pleinen van het oude centrum dezelfde bestrating van grote granietblokken hebben, inclusief het bijzondere Piazza San Michele, waardoor het hele netwerk van de openbare ruimte als een eenheid ervaren wordt. Dat effect is hetzelfde als de plaatsen in de Povlakte, waar de samenhang in de openbare ruimte met kiezelkeitjes uit de Po bereikt werd. In Toscane wordt het graniet nog altijd gewonnen in de bergen.
Boven: Lucca, Piazza del Anfiteatro (2)
Midden: Lucca, Piazza del Anfiteatro (vogelvlucht, foto internet)
Maar als ik de stad door de voor auto’s afgesloten Porte San Gervasio verlaat begint het weer te plenzen. De Via Romana kan ik 30 km volgen tot de Arno. Af en toe toch maar schuilend als het te gortig wordt, besluit ik na veertig kilometer dat het welletjes is en het eerste de beste hotel neem, als ik er prompt - na een onverwacht stijle beklimming van een soort klif - een uit de regennevel zie opdoemen. Ik bevind me in San Miniato.
Nog hoger staat de Rocco Frederico II op de Colle della Rocca. Hij is voor Frederik gebouwd als dank voor zijn overwinning op Otto, met de bedoeling om het dal onder controle te houden.
Boven: San Miniato, voormalig paleis van Frederik II (mijn hotel)
Boven: San Miniato, op de achtergrond: Torre di Federico II
Onder: San Miniato, mijn hotelkamer en -uitzicht (2)
Dag 19 San Miniato
Om een dag langer te blijven was een goed voorstel: Rome is nog 300 km, dat kan in 3 à 4 dagen. Maandag 27 mei is mijn terugreis besproken, dus heb ik nog een dag of twee, drie voor Rome zelf. Soms heb ik het nodig dat iemand me over mijn obsessieve neiging om "steeds maar verder" te willen heen helpt.
In de regen kijk ik rond in het stadje en maak een paar foto’s, en geniet 's avonds als het eindelijk droog is van een Italiaanse maaltijd, met uitzicht op de Torre di Federico II.
Mooie plaatjes en plaatsjes, Hans! Jammer dat je die laatste in troosteloze grijsheid moest tegenkomen. Misschien moet je, mocht het nog opklaren, toch ook maar even terug fietsen.. ;) Keep it up! Goed bezig!
BeantwoordenVerwijderenliefs, Hanja
Je had geloof ik wel gelijk met je voorgevoelens over het weer, zo vroeg in het seizoen hè Hans? Veel kou en regen te trotseren. Wat goed dat je een verstandige vriendin hebt die je op het idee brengt om af en toe even lekker rust te nemen 😊! Die laatste hotelkamer ziet er ook heerlijk uit, doet me een beetje aan Melay denken...
BeantwoordenVerwijderenGoeie reis voor de laatste etappes, met lekker weer hoop ik!