vrijdag 17 mei 2019

Dag 17 Parma - Marina di Carrara (Passo Cisa) 131 km, 1322 hm

Vandaag heb ik een lange rit over de Passo Cisa te gaan. Ik fiets de eerste 10 kilometer na Parma door een kaal vlak landschap tot ik over een 2  kilometer lange brug naar de andere oever van de Taro word geleid, waar ik in Medesano Emo’s route weer oppak in een totaal ander heuvellandschap fiets. Het is heerlijk fietsen, geleidelijk stijgend tot ik na nog eens 10 kilometer weer bij de rivier kom, en er bij Fornovo di Taro weer over moet en de Apennijnen voor me opdoemen. Een moment om vast te leggen.





Met de Apennijnen wordt het nu menens, bij Boschi di Bardone zit ik op 580 m hoogte en de weg wordt steiler. Ik kom nog maar door een enkel dorp. In Bercetoop (820 m) hebben Emo en Hinrik overnacht in de eenvoudige Benedictijnenabdij naast de even sobere Duomo Moderano.
Daarna wordt het een echte klim: 8 à 9%. Op 900 meter hoogte denk ik: há.. nog even, de Passo Cisa is 1041 meter. Maar dan begint de weg weer te dalen en niet zo'n klein beetje ook: ik zak terug naar 680 m! De dag begon zo mooi met een zonnetje en nu pakken zich donkere wolken samen waar ik de pas vermoed. Nog geen kilometer verder begint het te spetteren en ik heb nog net tijd om mijn regenuitrusting aan te trekken en komt het met bakken de lucht uit. Het heeft geen zin om te schuilen, het is egaal grijs om mee heen. 
Gelukkig stijgt de weg weer en voor ik er erg in heb ben ik op de Passo della Cisa. In de bar neem ik een panino formagio. Een stenen trap leidt naar het iets hoger gelegen kerkje Chiesetta della Cisa, al eeuwen een markering in de Via Francigena.



 

Passo Cisa (1041 m) (3)

In de afdaling houdt op met regenen en gaat het met mooie haarspeldbochten en over goed asfalt naar Pontrimonti, dat vanuit Rome geldt als de toegangspoort van de Apennijnen. Sigeric van Canterbury (die in 900 als eerste verslag deed van zijn reis naar Rome, die sindsdien de Via Francigena wordt genoemd), maar ook Emo en Hinrik hebben hier overnacht. Voor pelgrims een logische halteplaats, maar met het vooruitzicht alleen nog maar af te dalen rijd ik door naar de Middellandse Zee.
In Pontremoli wordt in de naoorlogse Chiesa San Piertro di Confluenti het 12e eeuwse labyrint bewaard, dat de gevel van de in WO II verwoeste Romaanse kerk tooide. Het labyrint symboliseert de pelgrimage. Ynskje Penning zal de titel van haar boek ‘Emo’s Labyrint’ hieraan ontleend hebben (blz. 275).

‘Emo’s Labyrint’


Pontremoli, het labyrint wordt bewaard in de Chiesa San Pietro di Confluenti

(afbeelding internet)


Naarmate ik verder afdaal opent het dal zich steeds meer naar de weidse vlakte en de  Mediterraneo.

In Martina di Carrara  neem ik een hotel. Ik weet af te dingen op de prijs van de kamer, met een verhaal over mijn reis, het slechte weer en dat ik daarom elke nacht in een hotel moet i.p.v. kamperen. 

Het slechte weer is er ook de oorzaak van dat ik onderweg minder ben gaan bekijken dan ik van plan was, en van fotograferen kwam ook te weinig. Maar ik houd er de moed in!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten