Gistermiddag, nadat ik me had ingecheckt in het piepkleine hotelletje Lamartine in het hart van Dijon (voor €48), nog even door het centrum gefietst. Het was op enkele terrassen na uitgestorven, vanwege premier Mai férié! Prompt kon ik geen plekje meer vinden, tot ik op een smal gevelterrasje een pression en een pizza met een "vin rouge" kon krijgen.
Dijon, het oude centrum met vakwerkhuizen
Het voordeel van de fiets boven lopen in een vreemde stad is dat je sneller een overzicht hebt hoe die in elkaar zit. De oude middeleeuwse stad bestaat uit een wirwar van smalle straten en stegen, sommige nog met vakwerkhuizen. De Rue des Forges is een karakteristieke straat met voorname herenhuizen en mooie gevels uit de vijftiende eeuw, sjieke hotels en leuke winkels. Het moet op een normale dag een gezellige straat zijn.
Aan het eind van de Rue Musette vangt de monumentale Notre-Dame de blijk op. De kerk staat niet aan een plein (hoeveel de verbrede straat wel Place de Notre Dame heet) maar met de iets terugliggende monumentale gotische gevel gewoon in de straatwand staat.
Vanuit het westen het centrum binnenkomend wordt mijn blik aan het eind van de Reu Mariot opgevangen door de imposante sobere gotische voorgevel van de kathedraal Saint-Bénigne. Met de bouw van deze kerk werd begonnen nadat Emo een bezoek had gebracht aan de oude kerk die uit 1002 stamt; de voorgevel van de huidige kerk kwam pas in de eerste helft van de 14e eeuw gereed.
De Rue de la Liberté is met het barokke halfronde Place de la Libération een stedenbouwkundige ingreep uit de 17e eeuw van grootstedelijke allure. Het halfronde plein vormt als het ware het voorhof van het voormalige paleis van de Bourgondische hertogen. In het paleis bevindt zich, naast de beroemde laatgotische grafmonumenten in de Salle des Gardes, het Musée des Beaux-Arts en het Grand Theatre.
Deze stedelijke as verbindt de Porte Guillaume in het westen van het centrum met de gotische Eglise Saint Michel, die tijdens Emo’s reis in aanbouw was.
Place de la Libération
In westen van de stad, niet ver van het centrum en ongeveer tegenover het station, bevindt zich het laat-gotische klooster Chartreuse de Champmol, dat beelden van de Nederlandse beeldhouwer Claus Sluter bezit, die ca.1385 aan het Bourgondische hof werkte en de beroemde Mozesput op de binnenhof ontwierp. De levensechtheid van zijn marmeren beelden diende Michelangelo tot inspiratie.
Het viel me tijdens de voorbereiding van mijn reis op dat Emo in zijn kroniek - behalve over de imposante Notre Dame - niets over Dijon vermeldt. Mijn indruk uit het boek "Emo's reis" van Dick E.H. de Boer is, dat hij het niet zo op had met het grootstedelijk leven. Ik bekijk de reis van Emo meer vanuit een wereldlijke invalshoek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten