woensdag 1 mei 2019

Dag 1 Melay - Dijon (100 km)

Na vier heerlijke dagen in “La Bagatelle” heb ik afscheid genomen van mijn vriendin en haar broer, die me een eind op de fiets hebben begeleid op de eerste etappe naar Dijon. Nog even omkijken, zwaaien en toen waren ze uit zicht. Een raar gevoel.. alleen te zijn na de intensieve dagen van de heenreis in de regen en het mooie verblijf in Melay.




De route heb ik gewijzigd. Aanvankelijk was ik van plan om de kortste weg van Melay in westelijke richting naar Châtillon-sur-Seine te nemen, om daar de route op te pakken die Emo in 1211 vanuit Prémontré in Noord Frankrijk volgde, maar bij nader inzien was het toch te veel een omweg; ik wilde vanavond in Dijon zijn.

Wel neem ik de informatie van het traject dat hem door Troyes voerde in mijn verslag op, omdat het de achtergrond vormt van het vervolg van zijn reis:


"Toen Emo en zijn vriend en bouwmeester Hinrik in Troyes overnachtten was de stad zich aan het herstellen van een grote brand, die het economische leven van de handelsstad had lamgelegd en ook de kathedraal had verwoest. Die werd herbouwd in de nieuwe Gotische stijl die alles wat op dat moment in Frankrijk verrees moest overtreffen. Het moet met name voor Hinrik een openbaring zijn geweest.
In het klooster van St. Loup raakt Emo betrokken bij de politieke machtsstrijd in Europa. Hij neemt een uiterst geheime opdracht aan om op zijn reis naar Rome de Rijksappel (scepter bij kroningen, zie: Inleiding) af te geven aan de Tempeliers in Pavia.

Troyes, Heiligen Peter en Paul kathedraal

Na het afscheid vervolg ik mijn reis door een lieflijk heuvellandschap over D-weggetjes. Uren rijd ik door uitbundige koolzaadvelden, maar de dorpen lijken zelfs op een gewone doordeweekse dag uitgestorven. Veel huizen en boerderijen staan er leeg en verwaarloosd bij, sommige tot ruïne vervallen. Op onze fietsrit van Lunéville naar Melay waren we al geconfronteerd met de leegloop van het platteland: krimp zoals dat in het noordoosten van Groningen bekend staat.


 
Koolzaadvelden bij Sacquenay

Na een kilometer of vijftig beginnen de hellingen serieus te worden, een stijgingspercentage van 7% is geen uitzondering. Gaandeweg wordt het landschap minder lieflijk en de dorpen levendiger. Ik heb ook wel genoeg koolzaad gezien en zoek een kortere weg naar ‘de beschaving’, zoals een volger van mijn blog - mij kennende - al ironisch suggereerde. Helaas openbaart die zich voorlopig in een “snelweg”, en (anders dan in Duitsland) zonder fietspaden.


In de middag beland ik via zo’n bedrijventerrein, waar Frankrijk patent op lijkt te hebben, in het middeleeuwse voorstadje van Dijon Mont de Talant. Het torent strategisch gelegen op een rif boven het landschap van de Champmol uit. In het begin van de 13e eeuw werden daar een kasteel en een kerk gebouwd als onderdeel van een ambitieus gotisch complex, dat in de volgende eeuwen in West Europa architectonisch als voorbeeld moest dienen, maar waarvan alleen l' Eglise Notre-Dame de Talant is gerealiseerd. Hoewel de kerk overwegend vroeg-Gotisch is, is het portaal in de westgevel nog romaans met de typerende "arcades binnen een arcade".


Op het Cour du Roi sta ik naast het kerkje verbluft in de richting van Dijon uit te kijken over het Parc de la Fontaine en de hellingen van de Champol. Als ik de hoogbouw wegdenk kan ik mij voorstellen dat Emo hier over het dal heeft moeten staan uitkijken.

Cour du Roi. ..zo moet Emo hier ook gestaan hebben, uitkijkend over de heuvels van de Champol (zonder de hoogbouw uiteraard)





Boven: Talant, Cour du Roi met l'église Notre-Dame de Talant

Midden: L'église de Talant (Romaans portaal, 'arcade binnen een arcade')

Onder: L'église de Talant (interieur)





1 opmerking: